De provincie Sassari is bijzonder rijk aan archeologische vondsten. Bij bestudering van een kaart met archeologische vindplaatsen ziet men in dit gebied de grootste concentratie van nuraghen = cyclopische bouwwerken, van domus de janas = feeënhuisjes = graven in grotten en van tombe dei giganti = reuzengraven. Op enkele kilometers van het centrum van de stad Sassari bevinden zich belangrijke en interessante archeologische opgravingen, zoals de Ziggurat = een prehistorisch altaar, van Monte d’Accodi (Ponte Secco) en eveneens langs de weg Cagliari-Sassari-Porte Torres liggen enkele tombe dei giganti en domus de janas. Op 50 km afstand van Sassari, in het gebied van Torralba, verrijst de beroemde nuraghe van Santu Antine (San Costantino), één van de belangrijkste van de 7000 nuraghen die er op Sardinië te vinden zijn. We gaan deze nuraghe op een meer persoonlijke manier wat nader bekijken en gebruiken daarbij de bronnen van diegenen die specifieke studies naar dit onderwerp hebben gedaan: o.a. Lilliu en het boek van E. Contu. Contu heb ik persoonlijk leren kennen in Torralba tijdens mijn eerste bezoek aan het Archeologisch en Etnografisch Museum in die stad en hij heeft mij bij die gelegenheid een veelheid aan informatie verschaft. Het is verstandig om, voordat men de nuraghe van Santu Antine gaat bekijken, eerst een kort bezoekje te brengen aan dit museum in Torralba, dat op een systematische, moderne manier het algehele beeld duidelijk maakt. De nuraghe cultuur verspreidt zich over Sardinië tijdens het bronzen en ijzeren tijdperk 1500 - 500 voor Chr. Dit tijdperk onderscheidt zich door een overvloed aan architectonische monumenten, maar ook door een artistieke kunstvorm van het hoogste niveau, waarbij we in het bijzonder denken aan de grote produktie van bronsplastieken. Men weet bijna niets van het volk dat in de prenuraghe- en nuraghe-tijd op het eiland woonde. Men weet wel dat de nuraghe-bevolking in de zgn. Villanova-periode contact had met de Etrusken. De nuraghe beschaving wordt bekend onder de naam : De Nuraghen, naar de specifieke bouwwerken die hun vestigingen karakteriseren. Het zijn kleine, beschut gebouwde nederzettingen. Zij bouwden een goede verdediging van enorme blokken steen, opgesteld in rijen en in de vorm van een afgeknotte kegel, die een hoogte van 22 meter konden bereiken. Bovendien stonden de vele torens met elkaar in verbinding wat uiteindelijk resulteerde in een versterkte vesting met een eigen karakteristieke plattegrond: een driehoekige vorm zoals de Santu Antine of een vijfhoekige vorm bij Barumini. Andere architectonische
bouwwerken van de Nuraghen zijn : de templi a pozzetto = tempels bij bronnen
en gewijd aan het water en de tombe dei giganti = de reuzengraven. Deze
reuzengraven waren gemeenschappelijke graftombes en konden wel honderd
graven herbergen. Vandaag de dag zijn er nog ongeveer 300 over. In totaal
zijn er 7000 nuraghen; de best bewaarde zijn: de nuraghe van Santa Barbara
(Macomer), de nuraghe Losa (Abbasanta), de nuraghe Is Paras (Isili), Palmavera
(Alghero). Er zijn nog vele anderen, waarvan de bevolking tijdig is ontsnapt
aan de bloedbaden van eerst de Carthagers en later de Romeinen; bijvoorbeeld
die van Oes (Giave), deze bevindt zich op ongeveer 800 meter van Santu
Antine en hiervandaan heeft men door een raampje van de mastio = burcht
een betoverend mooi uitzicht. Na alle verwoestingen zijn er twee schitterende
voorbeelden van de nuraghe-architectuur blijven bestaan: de nuraghe van
Barumini die het meest bekend is en die van Santu Antine. Een paar wetenswaardigheidjes
met betrekking tot de nuraghe : Moet nog vermeld worden dat de opgravingen zowel een aantal ronde hutten aan het licht gebracht hebben als een aantal rechte hutten uit de Romaanse tijd. Het doet me plezier om af te sluiten met de woorden van professor Contu : De bouwwerken van de nuraghen en de hutten behoren tot de meest interessante architectonische exemplaren uit de pre-klassieke oudheid van het gebied rond de Middellandse Zee. Vertaald door : |
Isola
Sarda � 1997-2005 - Associazione Culturale Ciberterra - Responsabile: Giorgio Plazzotta |